Nog 6 dagen – Quiz Kid Donny Smith

I know I did a stupid thing. So stupid! Getting braces. I thought… I thought he would love me. Getting… braces! And for what? For something I don’t even…” 

Het moet ergens rond de kerst van 2018 zijn geweest dat ik door mijn oude foto’s scrollde. Waar was het begonnen, was de vraag. De laatste tien jaar stond ik nauwelijks nog met ontblote tanden lachend op foto’s. Er een moment zijn geweest waarop ik iets heb gezien, en besloten had om niet meer te lachen. Sowieso niet voor foto’s, maar ook ‘in het echt’ hield ik steeds vaker een hand voor mijn mond als ik lachte. 

2003. Vanaf toen moet ik het hebben gezien. Als ik kijk naar de door de computer herkende foto’s met mij er op, scroll ik door tientallen foto’s van mezelf met gesloten mond. Ik toon mijn tanden niet. En bij die enkele keer dat ik dat wel deed, zie ik wat ik toen ook zag: mijn linker voortand is donker. Naarmate de belichting slechter is, ziet het er beroerder uit. In het echt is-ie nauwelijks donkerder, maar omdat hij ten opzichte van de rechter naar achteren stond, zag hij er donkerder uit. Het is geen gezicht.

En dat was niet alles. Mijn hoektanden boven staken uit. Ik kon een soort Dracula van mezelf maken door die tanden over mijn lippen te doen. En beneden propten mijn tanden zich achter elkaar langs. Het was, kortom, best wel een zooitje. Er was zo weinig ruimte dat flossen moeilijk was. 

Zoiets ontstaat gedurende jaren, dus het duurt even voor je het door hebt. Bovendien ben ik nogal een zorgmijder, dus ik was ook niet erg genegen om er iets aan te laten doen. Maar de gedachte was er een paar jaar geleden dus wel. Toen ik die tijdens een controle begin 2019 eindelijk deelde met mijn tandarts zei ze: ‘Nou, als ik jouw tanden had wist ik het wel.’ Ze verwees me naar een orthodontist. Na een intakegesprek kreeg een offerte, want als volwassene valt een beugel niet zomaar onder je tandverzekering (die ik overigens niet heb). 

Toen moest ik er nog steeds goed over nadenken. Ik vroeg een second opinion. Iedereen, professionals en vrienden, zei: het is een goed idee; het is beter voor je tanden en het wordt met de tijd alleen maar erger. 

Het citaat over de ‘braces’ waar ik mee begon, is van Quiz Kid Donny Smith, uit de film Magnolia (1999). Donny is ziekelijk verliefd op een gespierde, breed lachende barman, die in slow motion beweegt en een beugel heeft. Donny wil ook een beugel, zodat hij de man van zijn dromen kan veroveren. Natuurlijk werkt dat niet zo. En niet alleen heeft Donny geen beugel nodig, hij kan het ook niet betalen. 

Ik heb in de afgelopen jaren, voordat ik de beugel nam, veel over Quiz Kid Donny Smith nagedacht. De barman waar Donny op valt, is ook voor mij een droom, daar moet ik eerlijk over zijn. Zulke jongemannen tref ik ook wel eens, en ook ik word dan onzeker over mijn fysiek. Maar een beugel is natuurlijk geen garantie voor seksueel succes, om het eens biologisch te zeggen. Mijn tanden zijn hoogstwaarschijnlijk nooit reden voor afwijzingen geweest. Rechte tanden zijn geen doorslaggevende factor in het geval ik iemand leuk vind. Toch? Zulke gedachten planten zich toch in mijn hoofd. Een enkeling vertrouwde mij toe dat beugels bij volwassen mannen sexy worden gevonden. Weet ik zeker dat ik mijn verwachtingen goed heb gemanaged..? Braces! And for what?

Quiz Kid Donny Smith concludeerde achteraf dat hij iets ontzettend stoms heeft gedaan. Dat concludeer ik rationeel met hem. Maar toen was ik er nog steeds niet uit. Het belangrijkste was voor mij uiteindelijk een telefoontje met mijn moeder. Want zij noemde een beetje scheve tanden steevast ‘karaktervol’. Morgen meer.


In de laatste week dat ik een beugel droeg, schreef ik elke dag een blog over het dragen van een beugel als volwassene. Hier lees je het eerste blogje in de serie, en hier voor get volgende.

Nog 7 dagen – niet op mijn vinger bijten

“Hebben jullie ook een tandenstoker?” Nee. Bij de orthodontist hebben ze geen tandenstokers. Wanneer ik op een van hun stoelen lig en ze mijn beugel ‘aandraaien’ grijpen ze in een soort toverla waar werkelijk alle objecten van de wereld uit kunnen komen. Maar een tandenstoker, nee, die hebben ze niet.

Ik wilde er een omdat de beugel op mijn onderste tanden achter de draad propvol met roze zut zat. Die kwam er in terecht omdat ik voor een nog te maken bitje moest happen in roze zut. Dat is een van de goorste dingen in de wereld, wat ik nog wel wist omdat ik dit in mijn tienerjaren ook een keer heb moeten doen, en ik me dat nog levendig herinner. Mijn beugel gaat er over een week uit, en daarna moet ik ‘s nachts dat bitje in. Komend jaar. Of zo. Het is me niet exact duidelijk geworden. Om eerlijk te zijn is een orthodontiepraktijk een soort enigma. Daarover later meer.

Bij de boventanden was het happen goed gegaan. Onder was de eerste keer mis gegaan. Eén van de aardigste assistenten van de praktijk was net te laat: “ho, het is al te hard.” En ze haalde ‘m er halverwege weer uit, maar toen was er dus al van dat roze spul tussen mijn beugel blijven zitten. Ik moest nog een keer happen. Op zich goed dat het snel uithard trouwens, want zoals gezegd, het is een van de goorste dingen in de wereld, en hoe sneller het voorbij is hoe beter. 

“Je moet niet op mijn vinger bijten,” had de assistent vooraf nog gezegd, en ik probeerde te bedenken wie of wat daar de aanleiding voor was, maar ik denk dat iedereen die moet happen alles doet om het te laten stoppen, bijvoorbeeld bijten in de vinger van de assistent. Toen het stopte, kreeg ik een tandenborstel om de restjes weg te poetsen.

Van die mislukte eerste keer was dat zut dus uitgehard blijven zitten en nu stond ik daar met mijn mond vol met die troep. Geen tandenstoker, maar het werd snel opgelost. De assistent wilde het zelf weghalen, en ik ging weer in de stoel zitten. Hiervoor was al het orthodontiegereedschap ooit uitgevonden nodig, dus ik voelde me niet bezwaard dat ik het met de tandenborstel niet weg kreeg. En met een tandenstoker was het ook niet geluk; ze was nog tien minuten bezig.

Je moet er wat voor over hebben. Dat heb ik misschien wel zeshonderd keer tegen mezelf gezegd. In de komende dagen wil ik jullie meenemen in mijn laatste week met een beugel, na twee jaar, grotendeels tijdens een pandemie. Over de eindeloze rij pubers, over lachend op foto’s staan, over vloeibaar eten, en over mijn moeder. Mijn laatste keren ‘je moet er wat voor over hebben’. Dan gaat hij er uit. Freedom Day, zou ik zeggen, als dat niet zo beladen was geraakt de laatste dagen.


In de laatste week dat ik een beugel droeg, schreef ik elke dag een blog over het dragen van een beugel als volwassene. Dit is het eerste blogje in de serie. Klik hier voor de volgende.

Vaccineren, pannenkoek!

Een persmoment. Kent u die uitdrukking? Afgelopen week is er zo’n moment geweest bij het bedrijf Movianto in Oss. Dat is het centrale distributiecentrum van waaruit alle coronavaccins worden verspreid over het hele land. Persmomenten komen als zodanig niet in het nieuws, maar je kan ze herkennen als over één bepaald onderwerp verdacht veel berichten met vergelijkbare foto’s verschijnen. Woensdag waren dat berichten over Movianto. Er stond een stuk over in De Volkskrant, op de site van De Telegraaf, Nederlands Dagblad en ook de krant De Limburger had er een artikel over.

Wat was er te zien? 800.000 vaccincs. Hoe? In een paar stellingen met dozen, zoals die overal zijn te vinden. Wie vertelde er over? Michiel Heller, supply chain manager daar, door journalisten de dozen en de vriezers te laten zien. Tot zover niet veel aan de hand, qua journalistiek. Maar wat tussen de zinnetjes door was te lezen, is het ‘waarom’. Waarom moesten journalisten deze stellingen, vriezers en dozen zien? Wat is de achterliggende boodschap? Het staat in De Volkskrant in een kort zinnetje aan het eind van het stuk: ‘De bedoeling van Heller is duidelijk als hij demonstratief bij de bescheiden ogende stapel dozen gaat staan.’ Citaat fan de manager: ‘Dit laat toch zien dat hier niet heel veel ligt.’

No shit, Sherlock. Het gaat hier niet om een voorraad auto’s. Heb je daar 800.000 van in voorraad, dan staat je stellingkastje wel redelijk vol doosjes. Of ic-bedden, misschien nog een mooiere vergelijking. Het gaat hier om vaccins. Een flacon vaccin inclusief oplossingsvloeistof is volgens het RIVM 2,25 milliliter, en dat is goed voor zes of zeven vaccins. We hebben het over ongeveer tien druppeltjes per dosis – uiteraard zijn dit kleine doosjes in maar een paar stellingen.

Op dit moment zijn er zo’n 2 miljoen eerste prikken gezet in Nederland. In dat licht moet je dit zien. Want 800.000 op 2 miljoen is bijna de helft. Je had heel Fryslân een eerste prik kunnen geven met de voorraad, en er bij wijze van spreken een enclave zoals Gibraltar van kunnen maken, waar alles weer open is en je geen mondkapje voor hoeft. Nu stonden er twee pagina’s in De Volkskrant met onzin over hoe klein die voorraad op het oog lijkt. Korter is het stuk er naast. Dat begint zo: ‘Bij vaccinatielocaties in Nederland melden zich dagelijks wanhopige patiënten, die GGD-medewerkers smeken om een vaccin.’

Er zijn drie dingen waar je momenteel niet aan kan komen. Vaccins, een pilsje op een terrasje, en de Playstation 5. Playstation is een ingewikkeld verhaal, maar de rest…

Kijk, ik ben natuurlijk geen expert. Maar waarom dit soort doorzichtige spelletjes spelen? Waarom is dit in handen van een ‘supply chain specialist’ bij een ‘healthcare dedicated logistics’-bedrijf, met een afgekeurde naam van een Opel-bestelbusje, dat om vijf uur ’s middags dicht gaat. Waarom is dit niet in handen van bijvoorbeeld onze militairen: logistiek is zo’n beetje de kern van defensie. Wij hebben nu toch die Joint Strike Fighter, of hoe heet dat ding tegenwoordig? Volkel ligt een paar kilometer van Oss, en die vaccins zijn blijkbaar zo klein dat je de doosjes voor heel Fryslân op de achterbank van dat vliegtuig kan leggen. Ik noem maar een voorbeeld.

Ik ben allergisch voor charme-offensieven, via dit soort van persmomenten. Ik kan niet achterhalen wie er achter zat. Maar feit is dat het al een paar weken in de media gaat over de hoge voorraden. En elke keer komt Hugo de Jonge weer met praatjes over dat het maar zo lijkt. En dat je een marge aan moet houden, en weet ik wat voor onzin. En die tweede prik dan, jazeker, die tweede prik, maar we leven al een jaar zo ongeveer in een staat van beleg, met volle ziekenhuizen, overwerkt zorgpersoneel, een kapotte horeca- en cultuursector, een avondklok en oorlogstaferelen op het Museumplein. Een verloren jaar, wat dramatisch is voor iedereen, of je nu 80 of 18 bent.

Uit onderzoek bleek al dat je na één prik 85 tot 95 procent minder kans hebt op een ziekenhuisopname. Dat zijn spectaculaire cijfers. Maar dan moet die eerste prik wel worden gezet. En met het tempo waarin het nu gaat in Nederland, lijkt het wel alsof ze er geen zin in hebben. Het is simpel, supply chain managers healthcare dedicated logistics met meer verstand van persmomenten dan van urgentie: de beste raad is op dit ogenblik GEEN voorraad. Vaccineren, pannenkoek!

Deze column is op donderdag 8 april uitgesproken op Omrop Fryslân Radio.

Schijnheiligheid II

Vertaalde column, in gesproken vorm verschenen bij Omrop Fryslân op donderdag 19 november 2020.

Ik had vroeger een aardige leraar, die drie keer zacht en aardig vroeg of het stil kon zijn in de klas. Hielp dat niet, dan pakte hij een grote liniaal en knalde die met de platte kant op het schoolbord. Iedereen schrok, maar het was stil. Sommigen gingen nog even van ‘jeetje, schrik me dood’, maar de aandacht was er. Dat is wat ik vorige week met mijn column heb gedaan.

Minister Arie Slob van Onderwijs zei vorige week in de Tweede Kamer dat scholen homoseksualiteit mogen afwijzen. In plaats daar iets algemeens over te schrijven, dacht ik dat het wel goed zou zijn om het eens concreet te maken. Ik vond een Reformatorische school in Fryslân, basisschool Eben Haëzer in Drachten. Die heeft een identiteitsdocument op de website staan, met homofobe teksten. Dat heb ik op deze plaats verteld, en ook wat de gevolgen daar van kunnen zijn.

Het heeft behoorlijk wat los gemaakt. Steun kwam er van een aardige oudere vrouw die transgender is, van een aantal basisschooldirecteuren en van mensen die zich betrokken voelen bij de LHBT-zaak. De meeste en langste mails kwamen van mensen die het oneens met mij waren, tot verzoeken aan Omrop Fryslân toe om mij te ontslaan. Alinea’s tekst werden er besteed aan het omschrijven van de pijn die mijn column bij hen heeft veroorzaakt.

Even voor de goede orde: ík mocht eerst incasseren. LHBT’s kregen de eerste klap op de wang, en dat was niet nieuw. En deze keer ook nog van een zittend minister in onze regering, die de volgende dag met excuses weg kwam. Niet een van de critici toonde dat zelfinzicht. Het is geen wedstrijdje slachtofferschap, maar zulks leg ik dus wel even naast mij neer.

‘Het is niet waar!’ werd er verder geschreven, over dat ik zei dat ze op dit soort scholen de kinderen geestelijk mishandelen, dat er homohaters van af komen en dat er kinderen af komen die vreselijk met hun geaardheid of gender in de knel kunnen komen, waar dat niet nodig is. Het is wél waar. Ik heb legio anekdotische voorbeelden, het staat regelmatig in de krant, en ik heb cijfers.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau publiceerde in 2015 een onderzoek naar seksualiteit en jongeren, waar klip en klaar in staat dat LHBT-jongeren vier tot vijf keer vaker een poging tot zelfmoord doen dan hun cis-gender, hetero leeftijdsgenootjes. SCP onderzocht in 2016 hoe er in Nederland over LHBT’s wordt gedacht, en onder religieuze mensen was dat substantieel negatiever dan gemiddeld. En dan hebben we het over ChristenUnie-stemmers; SGP’ers waren er te weinig om mee te tellen in dit onderzoek, dus daar weten we het niet eens van, maar het is geen rocket science. We hebben het dus niet over moslims, we hebben het onder andere over refo’s.

In 2009 verscheen er een zeldzaam rapport van de politie over wat de achtergrond is van verdachten van anti-homogeweld. Complexe materie, maar er komt uit dat er een ‘oververtegenwoordiging’ is van bijvoorbeeld Marokkanen. En ja, daar is nog veel te winnen. Maar veel mensen snappen niet helemaal wat ‘oververtegenwoordiging’ is. In bijna tweederde van de gevallen worden homo’s in elkaar geschopt door mensen die alleen de Nederlandse nationaliteit hebben. Jan, Pyt en Klaas dus, die op het voetbalveld gehoord hebben dat je prima met ‘homo’ kan schelden, of anders wel in het identiteitsdocument van hun school kunnen lezen dat LHBT’s minderwaardige mensen zijn.*

Dus dit even voor de vrouw die (twee keer) mailde dat als mijn column over moslims was gegaan, mijn hoofd al over straat had gerold. Een debattruc: ja maar zij dan! Och hoe kunnen die lieve refo’s nu slecht zijn? Some of my best friends! Weer geen argument. En zijn ze lief als ze homo’s afwijzen? Nee. En het gaat ook rechtstreeks in tegen Artikel 1 van de Grondwet. Had ook niemand in de kritiek het over.

Ze zeggen dat ze niet oordelen, omdat ze de Bijbel letterlijk nemen. Maar dat oordeel is wel degelijk door hen zelf gemaakt. Zij zijn verantwoordelijk voor hun keuze gods woord tot de hoogste wet te kiezen. Dat is een keuze. Het afwijzen van een liefdesleven voor LHBT+ is een keuze. Je bent wreed als je dat als basisschool in een artikel over je identiteit hebt staan. Daar voed je een kind toch niet mee op? Dit kost mensenlevens.

Kom niet bij mij met gejammer dat je gekwetst bent. Probeer je eens één minuut in te leven in een LHBT’er en denk even aan hoe er de afgelopen eeuwen met hen is omgesprongen, uit naam van diverse goden. Dus nee, ik bind niet in. Ik denk aan de vergelijkbare column van Kustaw Bessems in De Volkskrant, die reageert op dat hij, net als ik, zelf intolerant wordt genoemd. Nee, zegt hij, ‘dat was eerder: te mild’ en ‘Seksuele identiteit is onlosmakelijk met iemand verbonden en dus geen discussiestuk. Opvattinkjes over wie het met wie zou mogen doen zijn aanmatigend, wreed, schadelijk en een smet op het ouderschap.’

Er komt niet veel door de bubbel van de refo’s, en ze hebben altijd wel een dogma klaar om niet te hoeven luisteren. Ik sloeg met een liniaal op het schoolbord. Het is al in honderdduizend zachte gesprekken gepoogd om een brug te slaan tussen orthodox christelijk Nederland en LHBT’s, en het helpt allemaal niets. Arie Slob is nog gewoon minister. Dat ze nu in de buurt van Drachten even jeuk hebben van mij, prima, scheld me maar uit. Wat is de volgende stap, en dan heb ik het niet over mij, maar over de kinderen waar we verantwoordelijk voor zijn.

Liefs van een homo, ex-gereformeerd.

* In 2016 maakte ik een radiodocumentaire voor VPRO’s RadioDoc over anti-homogeweld; een weergave van de research daarvan is op deze pagina te vinden.

De schijnheiligheid van de mannen van Arie Slob

Vertaalde column, die in gesproken vorm verscheen bij Omrop Fryslân op donderdag 12 november 2020.

In de Drachtster buurt De Wiken staan twee basisscholen vlak bij elkaar. Op het moment dat deze column wordt uitgezonden op de radio, lopen de schoolpleinen net vol. Ik denk dat ze op het ene schoolplein de kinderen van het andere kunnen horen, want er zit maar honderd meter tussen de twee.

De eerste is Jenaplanschool De Wiekslag. Op hun website hebben zij een schoolplan staan. Onder het kopje ‘Visie op Mens en Maatschappij’ staat: ‘Wij hebben respect voor de medemens, ongeacht geloof, afkomst, geaardheid en geslacht.’ Een stukje verderop aan de Dwarswyk staat Reformatorische Basisschool Eben-Haëzer. Zij hebben ook een tekst over zichzelf op een website staan, en dat is het Identiteitsprofiel van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs. En dit is artikel 7. 

‘Seksualiteit heeft in de Bijbel te maken met het vormen van een onverbrekelijke verbintenis in een huwelijk tussen één man en één vrouw’, waarbij ‘één’ voluit is geschreven, met accent aigu’s op de e’s. ‘Daarbij zijn de Bijbelse voorschriften bindend voor het seksuele leven.’ En dan is het goed om te weten dat eerder in dat stuk staat dat de bijbel voor hen heilig is, en dat ze ‘zonder enige twijfel alles wat daar in staat’ geloven.

Ze gebruiken de Statenvertaling, vertaling van de bijbel uit 1635, die zo dicht mogelijk bij de bron bleef en die zonder interpretatie is. Zoals van teksten over hoe er met mannen die met mannen zijn omgegaan moet worden.

‘Deze seksuele moraal betekent dat de huwelijksrelatie geëerbiedigd wordt’ en dan iets over dat er geen seksueel getinte grapjes mogen worden gemaakt, en dan wordt gesteld dat ‘het monogame huwelijk als door God gegeven vorm van omgang tussen man en vrouw wordt gezien.’ Het sluit af met ‘Ook in ons uiterlijk laten wij het in de schepping gelegde onderscheid tussen man en vrouw tot uitdrukking komen.’

Het hoeft geen betoog dat voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en al die andere vormen van niet-cis-gender of heteroseksuele geaardheid op deze school geen ruimte is. De haat spat van het scherm als ik het lees. Hier worden dus kinderen gevormd, in de leeftijd van zes tot ongeveer twaalf. Hier is dus geen respect voor de medemens, en wordt júist op basis van geloof orthodox en radicaal geoordeeld over geaardheid en geslacht. Honderd meter verderop op de Dwarswyk op school zitten, levert je een totaal ander wereldbeeld op.

Arie Slob, baas van alle basis- en middelbare scholen, heeft in een kamerdebat gezegd dat scholen homoseksualiteit mogen afkeuren, zolang scholen maar zorgen voor een veilig leerklimaat. Dat was maandag in een debat in de Tweede Kamer over ‘lessen burgerschap’. Afgelopen weekend had dagblad Trouw een artikel over hoe het met de burgerschapsopdracht van scholen zit, en ze hadden nieuws. Ze lieten een jongeman aan het woord die op het Van Lodenstein College had gezeten, middelbare reformatorische scholen in de buurt van Amersfoort.

Hij kon op die school niet uit de kast komen, niet alleen omdat de sfeer er niet naar was; de ouders van de jongen hadden indertijd een zogenaamde ‘identiteitsverklaring’ ondertekend, en we hoorden net wat daar in staat. Niet voor niets raakte Slob in grote problemen door zijn uitspraak: het OM doet zelfs onderzoek of het strafbaar was. Het OM mag van mij ook in Drachten onderzoek doen.

Het zijn dit soort scholen waar kinderen van af komen die homo’s in elkaar trappen. Het zijn dit soort scholen waar kinderen vanaf komen die totaal in de knoop met zichzelf raken als ze er achter komen dat ze een andere genderrol fijn vinden voor zichzelf. Het zijn dit soort scholen waar kinderen vanaf komen die meer dan vier keer zo vaak als hun leeftijdsgenoten een poging doen tot suïcide, omdat ze liefde voelen voor iemand met hetzelfde geslacht.

Voor zover ik weet is Eben Haëzer in Drachten de enige reformatorische school in Fryslân. De enige waar jonge kinderen geestelijk mishandeld worden en misvormd raken voor de rest van hun leven. En het moet stoppen.

Het gaat hier over actieve repressie, onderdrukking met een handtekening. Over schijnheilige mannen met een kop van staal die doodsbang zijn voor homo’s en zich net iets te graag bemoeien met de seksualiteit van jonge kinderen. En ik vind het totaal bespottelijk. Ze moeten zich de ogen uit hun kop schamen en de kinderen met rust laten. Haal uw kind, buurmeisje of neefje vandaag nog van Eben Haëzer in Drachten, en breng ze naar het schoolplein honderd meter verderop. En laat ze daar uitgroeien tot liefhebbende mensen, met respect voor anderen, ongeacht geloof, afkomst, geaardheid of geslacht.

Lees hier mijn column over de reacties op dit verhaal.

Caliphate, of het ontbreken van podcastkritiek

Deze column verscheen 15 oktober 2020 in het Fries bij Omrop Fryslân.

Als speciale verslaggever Podcasts, heb ik vandaag een update uit podcastland. Want er is een sensationele rel over een grote Amerikaanse podcast, die een van de voorbeelden is voor alle verhalende podcasts. Ik heb het over Caliphate, een productie uit 2018 van het gezaghebbende The New York Times, gemaakt door Rukmini Callimachi.

Het gaat over een Canadese Pakistaan die radicaliseerde als tiener, naar Syrië reisde en daar voor de IS-politie ging werken. Hij zou twee executies hebben uitgevoerd. Deze hoofdpersoon is een paar weken geleden gearresteerd, omdat hij het hele verhaal zou hebben verzonnen. En dat is verboden in Canada, in de terrorism hoax law. Het lijkt er dus op dat het hele verhaal van deze hit-podcast niet waar is.

Ik zal het maar eerlijk zeggen: ik heb de podcast niet helemaal gehoord. Er zijn veel podcasts en ik moet ook nog werken voor mijn centen. Dus moet ik antwoord vinden op de vraag waarom ik naar wat luister. In dit geval: pro is dat het van The New York Times is. Contra: wil ik het verhaal horen van iemand die geradicaliseerd is, iemand die twee moorden heeft gepleegd. Neu. Zoals ik ook niet naar de aflevering van College Tour met Willem Holleeder heb gekeken. Verhalen van één persoon zijn journalistiek altijd problematisch. Want dat is geen brononderzoek. Dat is misgegaan bij Caliphate, naar het zich laat aanzien.

In De Volkskrant werd karaktermoord op de maker van de podcast gepleegd: ze is binnengehaald bij The New York Times vanwege haar meeslepende berichtgeving over verre gebieden; vooral door haar tragikomisch verhaal over kassabonnetjes van Al-Qaida kwam ze op de radar van de krant. De Volkskrant schrijft dat andere kranten haar slordig en gretig vinden. Het zal allemaal wel, maar belangrijker is de vraag hoe het kan dat een van de belangrijkste kranten op de wereld dit naar buiten heeft gebracht, met veel bombarie, op het nieuwe platform dat podcast is, zonder dit verhaal minutieus te checken.

The New York Times is het nu aan het uitzoeken, maar een van de columnisten schreef al over de bevindingen. Over hoe dit kon ontstaan schrijft hij dat The New York Times midden in een veranderingsproces zit, van een zwaar dagblad vol nieuwsberichten, naar een collectie sappige, grote verhalen op sites en streaming services. Donald Trump noemt The New York Times al jaren fake news; hij zal deze column wel uitgeknipt hebben.

Callimachi zelf retweet nu elke dag tweets over wat voor fantastische verslaggever ze is. En ze kent het spelletje van karaktermoord ook: ze retweet dat iemand een deel van de kritiek ressentiment noemt, en dat er nu Schadenfreude is, met een hint van seksisme.

Wat moet de podcastluisteraar hier nu mee. En wat moeten mensen die nieuwsgierig zijn naar dit nieuwe platform er mee. Deze week zagen een miljoen Nederlanders een aantal Nederlandse podcasters aan tafel zitten bij De Vooravond. Allemaal mannen, 1 vrouw. Allemaal chatcasts, dus gesprekspodcasts. Allemaal mensen die al bekend zijn van ander werk in de media. Een van de aanwezigen vertelt dat hij andere klussen heeft opgezegd, omdat hij nu deels kan leven van de podcast die hij maakt. Van deze persoon is bekend dat hij in geld is geboren, en dat er dus voor hem niet zoveel op het spel staat. In zijn podcast gaat het vaak over hoe hij met al zijn geld moet om gaan, gevolgd door een oproep om vooral nog meer te doneren via petjeaf.nl. Het zal je kennismaking met podcast maar zijn.

Het is een nieuw medium. Het is niet zo gek dat er wat mis gaat hier en daar. Als podcastmaker zit ik er midden in en bekijk het met verwondering. Wat het meest mist aan dit medium is kritiek. Het is populair, maar is nog niet in de fase dat er met wat afstand en inzicht regelmatig over geschreven of gesproken wordt. (Ja, er is een nachtprogramma op NPO Radio 1 over podcasts en de scherpe en humoristische Vincent Bijlo doet ook in de krant zijn best, maar vergelijk dat eens met de aandacht voor theater en televisieseries.)

Zo zou er eens wat moeten worden gezegd over de obsessie met sensationele true crime in podcastland, en Caliphate valt ook in die categorie. En over geld verdienen met podcasts. En over mediapersoonlijkheden die podcastland kapen met hun obligate praatjes. Het medium is wonderlijk mooi, maar het heeft het nodig dat verhalen kloppen, voordat ze sappig en groots worden verteld.

Alt-rechtse slangenolie tegen homofobie van Krijn Lock

Ene Krijn Lock schrijft vandaag een opiniestuk in de Volkskrant, over hoe LHBT+ zich volgens hem zou moeten opstellen tegenover moslims. Het is een schoolvoorbeeld van alt-rechtse propaganda, en hoe dit deze kolommen heeft gehaald is mij echt een raadsel.

Je kan een slachtofferladder verzinnen. Je kan proberen ellende met ellende te vergelijken. Je kan een rangorde aanbrengen. Maar je belandt dan in discussies over of omkomen in het verkeer erger is dan van een berg vallen. Het is zinloos. Niemand heeft hier iets aan.

Lock schrijft dat in islamitische landen homoseksualiteit door 80% van de bevolking wordt afgewezen. No shit, Sherlock. Dat zou blijken uit onderzoek van Pew, dat door Lock gerenommeerd wordt genoemd. Lock zegt er niet bij dat door Pew maar een paar islamitische landen in het onderzoek zijn verwerkt. En ook niet dat deze zin ook in het onderzoek staat: ‘But in Nigeria, for example, acceptance of homosexuality is low among Christians and Muslims alike’.

Je hoeft geen enkele LHBT+ te vertellen dat religie niet een vriend is. Geen enkele religie. En LHBT+ maakt zich echt weinig illusies over de islam. Maar Lock probeert het anti-moslimvuurtje nog even op te stoken, met een analyse die logisch klinkt maar het niet is.

Vluchtelingen in AZC’s, zegt Lock, zijn dus ook niet ruimdenkend. Tussen islamitische landen en asielzoekers staat in zijn hoofd een = teken. Dat die vlieger niet op gaat lijkt me helder. Het houdt Lock niet tegen tot een volgende conclusie te komen. ‘De vraag rijst: waarom moest Huffnagel [de Pride voorzitter die dit jaar moest opstappen wegens xenofobe uitspraken] zich überhaupt verantwoorden voor zijn uitspraken?’ Zal ik je dat uitleggen, Lock?

Huffnagel zei: ‘Wij zien een kind en denken dan: o wat zielig, terwijl we niet de vader zien die daarachter staat, die misschien oorlogsmisdaden heeft gepleegd, en een moeder die daarachter staat die dat heeft gefaciliteerd,’ als argument voor geen nieuwe vluchtelingen op te nemen. De reden dat LHBT+ organisaties dit onacceptabel vonden, is de xenofobie. Angst voor vreemdelingen, van een nogal onderbuikig en dom niveau. Daarom.

Lock gaat verder om aan te geven dat het goed en gegrond is om als LHBT+ angst te hebben voor vreemdelingen. Hij put daarbij selectief uit onderzoek naar de achtergrond van verdachten van anti-homogeweld. Daar weet ik toevallig veel van. Ik maakte over dit onderwerp een documentaire en schreef dit artikel over de research. Lock gebruikt ook één van de onderzoeken die ik aanhaal, namelijk een onderzoek in Amsterdam uit 2009. Daaruit blijkt dat ongeveer een derde van de verdachten van anti-homogeweld in Amsterdam een Marokkaans Nederlandse achtergrond heeft.

Wat Lock niet zegt is dat uit datzelfde onderzoek blijkt dat religie bij de verdachten geen rol speelt als motivatie. Wat Lock ook niet zegt is dat het weliswaar een oververtegenwoordiging is, maar dat het overgrote deel van de verdachten nog steeds autochtoon was. En wat Lock ook niet zegt is dat op landelijk niveau ook cijfers bekend zijn, en dat ook daar een oververtegenwoordiging uit blijkt van Marokkaanse Nederlanders, maar dat de kans dat je als LHBT+ door een autochtoon in elkaar wordt geslagen vijf tot zes keer zo groot is.

Kortom: er is geen enkele grond voor wat Lock hier probeert te construeren. Ook daar heeft hij rekening mee gehouden. Hij schrijft namelijk dat ‘de aangiftebereidheid onder lhbti’ers erg laag is’. Een heerlijk argument, want het haalt alles onderuit wat bekend is uit onderzoeksresultaten, en geeft ruim baan aan: De Onderbuik. Die onderbuik waar die xenofobe uitspraken van Huffnagel ook vandaan kwamen.

Ik kijk weg, zegt u? Okay, en wat doet Lock dan, met zijn wegkijken van het anti-homogeweld door autochtonen? Met het wijzen naar de islam, terwijl hij even lekker vergeet wat Leviticus 18 en 20 heeft aangericht onder LHBT+, ja, uit het Oude Testament inderdaad. Joods-Christelijk.

De suggestie dat LHBT+ niet opstaat tegen religie, of dat alleen doet als het niet over de islam gaat, is een politieke en propagandistische uitspraak van Lock, is onderbuikig en xenofoob. En het is niet waar, wat ook blijkt uit wat nota bene COC Amsterdam doet, maar dat komt straks.

Om nog even terug te komen op de uitspraken van Huffnagel: de reactie er op kan je links noemen, maar het is nog meer een kwestie van de zaken bekijken zoals ze zijn. Er is een vluchtelingenprobleem, maar roepen om de grenzen te sluiten helpt werkelijk niemand. Ook LHBT+ opzetten tegen moslims helpt natuurlijk niet. Daar mag je het mee oneens zijn, maar probeer LHBT+ niet voor je xenofobe karretje te spannen. Als er een groep is die weet wat de gevolgen van religie en uitsluiting op individuen kunnen zijn, dan zijn wij dat wel.

Krijn Lock laat nog even blijken dat hij weet wat ‘cancellen’ is, en dogwhistlet nog even dat COC Amsterdam en BIJ1 daar te druk mee zijn om zich zorgen te maken over of je als homostel hand-in-hand door Nieuw West kan lopen.

Een vriend van me is voorlichter bij COC Amsterdam, en die staat (stond, pandemie) met enige regelmaat op ROC’s in exact het genoemde stadsdeel, in een poging juist daar iets aan te doen. Dat betekent duizend keer meer dan dit soort idiote psuedo-analytische opiniestukken.

Put litter in its place symbol