“We zijn hier niet anders gewend,” zei de orthodontistassistent, toen ik in maart 2020 de onwennig lege praktijk binnen stapte. Ik had last van een van de staafjes in mijn mond, maar had een mail van de receptie gekregen dat de praktijk voorlopig dicht zou zijn, in het kader van de bestrijding van het coronavirus. Ik weet dat dit in het licht van de hele pandemie een beetje ridicuul klinkt, maar voor mij was er wel een zorg extra: wat voor invloed heeft dit op de behandeling.
De praktijk was alleen open voor ‘reparaties’. Die zijn er altijd; slotjes kunnen los springen als je iets te hards eet of zo. Voor dat soort dingen kon je dus terecht. Ook voor de assistenten was de situatie vreemd. Ik zei dat de maatregelen voor hun werk vast vervelend zijn, maar toen zei ze dus dat het voor hen vrij normaal is om hygiënisch te werken. Daar had ze natuurlijk gelijk in.
De praktijk ging in de loop van april toch weer open. Wel met veel minder patiënten ineens, al die stoelen lagen nooit meer vol, zoals ik voordien wel had gezien. De praktijk deed alles mooi en goed, als je het mij vraagt, maar het maakte me wel wat ongemakkelijk. Het is toch een plek waar dagelijks veel pubers doorheen komen; een groep die zelf nauwelijks merkt als ze corona hebben, maar die wel anderen kunnen besmetten. En we zijn het nu al weer vergeten, maar het duurde heel lang voordat het testen goed liep. Veel was in het begin een beetje een gok.
Vervelend was ook dat de prijs voor de behandelingen met 10% omhoog ging, vanwege de extra hygiënemaatregelen. Dus die waren bij nader inzien toch meer dan ze gewend waren… De verhoging was afgesproken met verzekeraars, schreef de praktijk in een mail, wat je kennelijk maar hebt te slikken wanneer je de facturen niet naar een verzekeraar kan doorsturen, zoals ik.
De pandemie had ook voordelen voor mijn beugelbehandeling. Er gingen niet veel andere virussen rond, waardoor ik ook nauwelijks verkouden ben geweest. En verkouden zijn met een beugel in, is extra vervelend; wang en tong raken dan extra geïrriteerd door de stangetjes in je mond. Verder moesten we op een gegeven moment overal een mondkapje dragen. Daardoor was de beugel minder zichtbaar. Ook waren er nauwelijks etentjes en dergelijke, en ook dat scheelde: eten met een beugel is gedoe, ook tussendoortjes, en je kan op opvallend weinig plaatsen rustig tandenpoetsen.
Wel probeerde ik nu, in de laatste dagen voor het verwijderen van de beugel, nog eens extra uit alle macht geen corona op te lopen. Want ik zou echt extreem chagrijnig worden als de beugel er niet uit kan omdat ik in quarantaine zit. Je kan je voorstellen hoe ongelooflijk zenuwachtig ik werd van de oplopende besmettingen in juli, door die onnozele coronabehangers van een Mark en Hugo. Het is wat het is: ik had een beugel tijdens een pandemie.
Nog 1 nachtje slapen. Morgen gaat-ie er uit, na twee jaar. Ruim honderd weken. 722 dagen. 22 keer aanspannen bij de orthodontist. Het is lang geleden dat ik ergens zo naar uit heb gekeken als dit. Ik ben opgewonden als een kind voor een verjaardag. Eigenlijk zou ik als cadeau een nieuwe fiets voor mezelf moeten kopen.
In de laatste week dat ik een beugel droeg, schreef ik elke dag een blog over het dragen van een beugel als volwassene. Hier lees je het eerste blogje in de serie, en hier het laatste.